vrijdag 29 maart 2013

Goof 025 - 036

En inderdaad, het deugt niet.
Terwijl opa Dadel lastig zijn tot kunst verheft, is de houding van zuster Toos bepaald flexibel te noemen en dat in combinatie met een flinke dosis geduld. Het vorige blog heb ik het vooral gehad over mijn werk als entertainer. Daar wil ik nog even mee doorgaan, maar het kan maar zo dat ik op een ander onderwerp overga omdat Goof met iets of iemand anders geconfronteerd wordt. Flexibiliteit en inlevingsvermogen zijn twee hele belangrijke ingrediënten als je als entertainer tussen het publiek loopt. Het zijn in de meeste gevallen feestgangers, die van te voren niet weten dat er zo iemand als ik op dat moment aanwezig is. Voor mij was en is het heerlijk om de entree te doen. Dan kun je al peilen wat voor vlees je die avond in de kuip hebt. Bijkomend voordeel is dat de gasten weten dat er een 'clown' op het feest werkt. Ik zeg expres 'clown' omdat voor veel mensen een entertainer of animator of acteur al snel een 'clown' is. Het is niet zo bedreigend en je kunt er mee lachen. Uitlachen als ze de kans krijgen. Maar dat wordt lastig met types als ik, want een beetje ervaren acteur/animator is er op beducht en heeft al snel een antwoord klaar, waarmee de 'leuke' gast even in de pauze komt te staan en als je dat leuk doet heb je geen kind meer aan zo'n figuur. Het komt nogal eens voor dat je mensen tegenkomt die altijd ten koste van een ander populair willen zijn en dan denken ze met jou een goeie kans te maken. Niet dus. Het gebeurt niet vaak dat zoiets lukt. Maar als een gast een leuke grap maakt of leuke opmerking dan ben ik de laatste om daar moeilijk over te doen, dan speel ik gewoon mee. Het goede resultaat staat altijd voorop. Wij zijn er voor het feest en de gasten. Het is niet andersom, dan hadden we wel in een theater gestaan waar het publiek speciaal voor jou komt.
Hoe met mensen om te gaan.
Wat opa Dadel doet is vanuit zijn eigen idee met mensen omgaan. Zo denkt hij dat hij weet hoe je met vrouwen om moet gaan. Wat mij betreft zijn er geen regels hoe met vrouwen om te gaan, behalve dat het helpt als het leuke vrouwen zijn. Gelukkig zijn er daar heel veel van en die gaan ook graag naar feestjes. Gelijk bij de entree al maak(te) ik direct duidelijk aan wiens kant ik sta. Altijd aan de kant van de vrouwen, want die zijn veel makkelijker in de omgang. Voor mij dan, want ik ken collega's die liever met de mannelijke gasten werken. Ze gaan hun gang maar. Natuurlijk speelde ik ook met mannen, maar dan vooral een beetje plagend. In de trant van: "Is die van u mevrouw?" als er bevestigend geknikt werd ging ik verder met: "Luistert ie? Weet je t zeker, t lijkt me nogal een eigenzinnig type." Of woorden van dergelijke strekking. Al naar gelang de personen die ik voor me had speelde ik met dergelijk soort openingszinnetjes. Daarna nam het gesprek een loop die bij de betreffende mensen paste. Heel leuk om te doen. Niet zelden heb ik op die manier hele plezierige tot aan ontroerende gesprekken gevoerd. Dat hoort er ook bij. 



Schoenpoetsers, samen met Hans

Ik herinner me nog die keer dat ik als schoenpoetser op een 1001 nacht feest speelde en ik de schoenen van een wat oudere vrouw aan het poetsen was en per ongeluk een zere plek aanraakte. Dat kon ik natuurlijk niet weten, maar toen ze schrok vroeg uiteraard wat er aan de hand was en of ik soms te hard gedrukt had. Nee, dat was niet zo, maar die teen deed al een hele tijd pijn. En omdat ik nou eenmaal dingen zie, voel en hoor en weet, reageerde ik met de opmerking: "Hebt u verdriet? Het doet niet voor niets zeer." "Ja, nogal." zei ze en toen kwam het verhaal naar boven dat ze veel verdriet had omdat haar schoondochter heel jong was overleden en dat ze haar zo miste. Ook al omdat het zo plotseling was gegaan. Op zo'n moment ben ik erg blij dat ik dan de juiste woorden uit mijn mond hoor komen, waardoor ik een goed gesprek met die vrouw kon hebben en haar een beetje troost kon bieden door begrip voor haar te hebben en naar haar te luisteren. Een half uur ben ik dan al snel bezig. Het zijn de dingen waardoor ik nog steeds dit werk wel wil doen. Ik zeg met nadruk 'nog wel', want ik ben er ook wel een beetje klaar mee. Ik hoef niet meer zo nodig 150 keer per jaar de deur uit om ergens in het land 'leuk te gaan lopen doen'. Want zo makkelijk als je het zegt is het natuurlijk niet. 



Met mensen werken kost veel energie

Het is hard werken om geconcentreerd bezig te zijn en te blijven en dat in combinatie met voorbereiden, reistijden heen en terug. Als je al die uren bij elkaar telt, dan is ons gage helemaal niet zo heel veel. Vaak wordt dat gevraagd. "He, joh, kun je er een beetje van leven van een beetje leuk doen?" Zo iemand heeft dan meestal een paar biertjes (te veel) op en denkt leuk te zijn. Toen ik pas dit werk deed antwoordde ik altijd een beetje vinnig. "Wat ik vandaag verdien, daar moet jij waarschijnlijk een hele week voor naar je baas." Dat was waarschijnlijk dan wel waar, maar niet aardig van mij. Zo'n knaap, het was meestal zo'n populaire buitendienst medewerker met een vlotte babbel, was dan even afgebluft, en dat vond ik dan wel leuk. Maar het sloeg natuurlijk nergens op. Bovendien verdiende ik in het begin helemaal niet zo veel per optreden. Dat gage schroefden we ieder jaar een beetje op, maar ik heb nooit overvraagd. Vaak zeiden collega's tegen me dat ik veel meer waard was en dat ik dus te goedkoop werkte. Ik reageerde dan schouderophalend, "Ach dan werk ik toch een keer extra." dat kon ik gemakkelijk zeggen, want ik stond bekend als die man die altijd veel werk had. Het zal wel. Nu door de recessie heb ik mijn gage al jaren niet meer naar boven aangepast. Dom? Zou kunnen, maar zo vreselijk veel werk is er niet meer en ik krijg toch nog steeds aanvragen en er wordt zelden of nooit over het gage gezeurd. Mijn collega's die zo veel meer verdienden als ik, hebben volgens mij wel hun prijzen naar beneden moeten aanpassen. Ook al kan ik momenteel iedere cent heel goed gebruiken, als het gage te laag is doe ik het gewoon niet, dan heeft het helmaal geen zin om er heen te gaan. Ik moet tegenwoordig per trein en bus en als ik pech heb met taxi, dan ga ik veel liever iets anders doen dan voor veel te weinig ergens een klus doen, waar je geen zin in hebt omdat ze over gage zaten te zeiken. Graag of heel niet. Gelukkig maak ik dat bijna niet mee. 

Even iets heel anders.
Waar we in ons werk ook veel mee te maken kregen waren regels. Vooral door overheden opgelegd, veranderd en geïnterpreteerd hoe het hen uitkwam. Ze vragen niet eerst. Nee, er wordt gelijk iets aangenomen dat bijna altijd in hun voordeel is en dus gelijk ook in jou nadeel werkt. Zo was het gebruikelijk dat je als kleine zelfstandige bedrijfsonkosten van de belasting mag aftrekken. Opgevoerd worden in de boekhouding, waaruit blijkt dat het belastbaar inkomen wat lager uitvalt dan voor de belastingdienst wenselijk is. Op zich is dar niets mis mee, want als je veel werkt en je hebt veel onkosten is het niet meer dan redelijk dat je dat kunt verrekenen. Maar zo af en toe verzint er op het een of andere departement een creatieve boekhoudgeest, iets waardoor het rijk scheefgroei tegen zou kunnen houden. Ook dit begrijp ik wel, want als je schoenen of een broek koopt voor je werk, dan draag je die ook alleen voor je werk en niet prive. Het was de ambtenaren in Den Haag ter ore gekomen dat zulks wel degelijk geschiedde. Rampen. Complete rampen. Dat was niet de bedoeling, dus wat hadden ze bedacht. Op bedrijfskleding moest het logo of de naam van het bedrijf duidelijk zichtbaar afgebeeld staan. Ik zal een foto van mij als Scrooge bijvoegen. Dan zie je toch gelijk dat een logo nergens op slaat.



Scrooge ergens in Wageningen.
Heerlijk zeuren dat er te veel eten was, niet normaal. Een krentenbol per persoon is meer dan genoeg. Dat soort ongein.

Een logo op zo'n mooi kostuum, dat ik zonder schmink, baard en snor en hoge hoed ook als butler gebruik, zou toch als een tang op een varken slaan. Wie verzint zoiets. In Den Haag zit het vol mensen op ministeries die dit soort onzin verzinnen. Als het nou nog leuk was, maar dat is het helemaal niet. Ook dat gezeur met de VAR, een arbeidsverklaring. Ook nu weer begrijpelijk, want de achter liggende gedachte is om zwart werken te voorkomen en of de sociale premies en al die ander ongein, wel netjes betaald zouden worden. Dus alle artiesten zijn verplicht zo'n VAR te hebben anders mogen de artiesten en organisatiebureaus je niet inhuren. In het begin kreeg je er een die 5 jaar geldig was, toen werd dat afgeschaft en moest je er zelf ieder jaar een aanvragen en daarna kreeg jer automatisch elk jaar een toegestuurd, als je netjes belasting en zo betaalde. Nou ja, de meeste van mijn collega's verdienden er hun brood mee, dus die betaalden ook netjes. Het zwart werken is er natuurlijk nooit helemaal uit gegaan, want daar was voor velen ruimte genoeg voor. Ik heb dat jarenlang niet gedaan. Werd voor gek versleten door collega's die dat zo af en toe wel deden. Maar eerlijk gezegd kreeg ik ook bijna geen aanvragen voor zwarte klussen. Wat ik dan weer wel heel leuk vind is dat ik van een paar collega's heb gehoord dat ze juist gevraagd werden voor feestjes van de een of andere afdeling van de belastingdienst, met de vraag of het ook zwart kon. "Nou" zei die collega dan, "Zwart? En jullie zijn van de belastingen." "Dat klopt," werd er gezegd, "maar ons controleren ze niet." En wie wordt in het cachot geworpen als hij zich niet aan de regels houdt? Dezelfde verhalen gaan over de politie, die worden ook niet gecontroleerd. De BTW zou ik graag achterwege laten, maar dat gaat dus niet. Na heel lang in het hoogste tarief gezeten te hebben, zou voortschrijdend inzicht van de bevoegde instanties ons uiteindelijk in het lage BTW tarief brengen. Dat scheelde gelijk een slok op een borrel. Nu waren we ineens een stuk voordeliger voor de particuliere markt. Tot minister de Jager een paar jaar geleden het toch een beter idee vond om het entertainment weer in het hoge BTW tarief te gooien. Nou hadden we al flink te lijden onder de recessie en het geven dat bedrijfsfeesten niet langer fiscaal aftrekbaar waren, maar dit was toch echt even een genade klap. Gelukkig kwam De Jager er na een half jaar achter dat dit niet werkte en gingen we weer naar het lage tarief. Maar het leed was al geleden. Gelukkig zijn er altijd nog bedrijven en particulieren die, ondanks het ongunstige economische klimaat, toch evenementen blijven organiseren. Er is dus nog wel een beetje werk, alleen zo weinig dat we een te laag belastbaar inkomen genieten en dan geld terug krijgen in plaats van belasting te moeten betalen. Dat zullen ze in Den Haag toch wel een keer gaan merken? Denk ik dan. Maar wie ben ik. Ik betaal liever wat belasting, dan heb ik het ook verdiend. Zei mijn goede vader altijd. En gelijk had hij, zoals zo vaak. 
Ambtelijke regels zijn altijd maar voor een partij gunstig!

Ik wil er geen klaagzang van maken. Ambtenaren zijn natuurlijk ook een bron van inspiratie. Zo moest ik een keer in een Albert Heyn in Den Haag een paar rollen spelen ter ere van de heropening na de verbouwing. Het was nog in de jaren 90, dus budget genoeg. Een hele club artiesten waren ingehuurd om een week lang iets te doen voor de klanten.

Omdat het in Den Haag was leek het mij wel leuk om een ambtenaar te spelen. Heerlijk is dat. Want je kunt werkelijk de gekste dingen verzinnen. De realiteit is vaak veel erger. Zo liep ik in een stereotype grijze regenjas en een aktetas onder mijn ene arm en een duimstok in de hand onder aan mij andere arm. Erg hè! Met die duimstok liep ik de stellages op de groente afdeling op te meten. Meer niet. Er was altijd wel een klant die nieuwsgierig vroeg wat ik aan het doen was. Dan legde ik uit dat ik als ambtenaar belast met de taak de 'ongeveren' te controleren, hier mijn werk aan het doen was. Wat een vraag zeg. "Ongeveren?!?" was dan de verbaasde reactie van de klant. En dan legde ik omslachtig uit dat wij als ambtenaren natuurlijk liever de 'exacten' zouden handhaven, maar omdat de wereld er aan de andere kant van ons bureau er nou eenmaal anders uitziet dan aan de kant waar we zitten, wij op het ministerie er achter waren gekomen dat we toch maar beter de 'ongeveren' zouden moeten controleren. Een beetje leeg maar toch tevreden keek ik zo'n klant dan aan en wachtte rustig op de volgende vraag. "Maar wat is dat 'de ongeveren?" "Nou kijk", zei ik dan en boog me voorover om de duimstok langs een stellage te houden. "Normaal gesproken zou je ervan uit kunnen gaan dat zo'n stellage altijd 95 centimeter zou moeten zijn. Maar ons is gebleken dat er speling in zit. Dus hebben we een marge van 4 millimeter naar boven en beneden vastgesteld en daarbinnen moeten de stellages wel aan de norm voldoen. Gezien de ongeveren dan." Je staat er van te kijken hoeveel mensen echt geloven dat het zo is, want vanuit de diverse ministeries komen wel gekkere regels. Enigszins verbaasd en verontrust vervolgden de klanten dan hun weg door de vernieuwde winkel. Ik riep ze dan nog na: "Mooi geworden hè!" Ze knikten dan van ja, maar je zag ze denken dat ze nu wel heel zeker wisten dat de ambtenarij weggegooid geld was. Leuk om te doen. 

Het kan nog veel gekker!

Op een keer liep ik met een andere collega waar ik gewend was mee te werken, in een winkelcentrum waar een soortgelijke truc uithaalden. Ook weer met duimstok, rolmaat en uiteraard een mapje met papieren. Daar liepen we, in een overall, veiligheidsbril en bouwhelm op, door het winkelcentrum. Natuurlijk werden we regelmatig gevraagd wat we hier deden en hingen dan ons verhaal op. Omdat er boven de winkels enkele rijen woningen gebouwd waren kregen we regelmatig de vraag of we iets aan een bepaald probleem konden doen. Dat wilden wij natuurlijk wel, maar we konden niet veel meer doen dan melding maken van het feit dat er problemen op de galerij opgelost dienden te worden. Zelf waren we niet bevoegd om dit nu te doen. Dat werd natuurlijk niet begrepen en men vroeg dan waarom. Een van ons zei dan: "Kijk wij lopen hier ongeregeldheden op te sporen en na lokalisatie van voornoemde problemen, kijken we wat we er eventueel aan zouden kunnen doen, alleen doet het volgende probleem zich voor. Mijn collega is slechts bevoegd om hoger dan vier en een halve meter in actie te komen en zelf mag ik maar tot de twee en een halve meter. En de problemen die u zojuist geschetst hebt liggen tussen de twee en een halve meter en de vier en een halve meter. En helaas is de collega met de bevoegdheid tussen de twee en een halve meter en de vier en een halve meter ziek thuis. Maandag is hij weer beter, dus wat we voor u kunnen doen is het volgende, We maken een notitie van het door u aangegeven probleem, doen dat toekomen aan de bevoegde collega, die er vervolgens mee naar zijn chef gaat om te kijken of hij er gelijk werk van kan maken. U begrijpt dat dit het enige is wat we voor u kunnen betekenen op dit moment. Helaas. 
En ook dit wordt dan voor zoete koek geslikt. Echt, je kunt de gekste dingen bedenken Het kan zo gek niet zijn of de werkelijke ambtelijke realiteit is erger. De klaagzang die je vervolgens over de gemeente en diens werknemers/sters te horen krijgt is vaak niet mals. Maar ook wel weer leuk. We hebben het iedere keer weer een beetje weten te sussen. Maar zeggen dat we niet echt ambtenaar waren, deden we niet. We zijn niet gek.

Het is echt niet eenvoudig ambtenaar te zijn

Ambtenaren zijn ook mensen, maar wel leuk ze te spelen. Werkt altijd. Komen we weer bij ongevraagde raad en welgemeende adviezen. Zoals Goof hieronder weer eens te lijden heeft onder het onbegrip van zijn omgeving betreffende zijn situatie en dan bedoel ik dus mijn eigen situatie van de afgelopen jaren, waar de recessie een aanslag op mijn geduld en creativiteit in overleven was. 

Goede raad is duur .....
Mensen zijn uiteraard best genegen om je te helpen en ik kan het niemand kwalijk nemen dat ik niet zo makkelijk te helpen was. Enerzijds omdat dat ook nauwelijks kon en anderzijds door mijn eigenwijsheid. Laten we het daar maar even op houden. In mijn blogs over De steen der wijzen ga ik dieper in op het hoe en waarom, dus laat ik het voor nu even bij Goof in relatie tot mijzelf. Ook toen er nog geen sprake van welke recessie dan ook was. liet ik me moeilijk adviseren. Ik wilde best wel raag goede raad, maar dan wel van mensen waarvan ik zeker wist dat die ook wisten waar ze het over hadden en met alle respect voor al die anderen die het ook goed bedoelden, waren er toch maar een paar waar ik ook echt wat aan gehad heb. Een daarvan was mijn mentor die me negen jaar begeleid heeft en me de weg naar een wat lichter leven heeft gewezen. Aan die man heb ik heel veel gehad, gewoon, omdat hij wist waar hij het over had. In mijn begin tijd als animator speelde ik bij een theatergroep. Dat ging heel goed, alleen rezen er problemen met de leider van de club. Een talentvol man, maar gelijk ook een erg moeilijk persoon, ook voor zichzelf. Om een heel lang verhaal kort te maken, heeft mijn mentor me, aan de hand van de situatie binnen die groep, in relatie tot mij, laten zien waar mijn problemen lagen en ben ik begonnen met het opruimen van die frustraties, barricades en dieper liggende oorzaken van problemen. En al snel leerde ik mezelf beter kennen en werd ik sterker en wist heel goed wat goed was voor mij en wat niet, dus het liep fout met de groep waar ik in speelde en kwam na twee jaar op straat te staan en zou alleen verder gaan. Dat ging al snel heel goed. Ik werd gewaardeerd en ik kreeg steeds meer werk en dat voelde heel goed. Uiteraard ben ik doorgegaan met oplossen van problemen die ik tegen kwam. Na negen jaar waren mijn mentor en ik er klaar voor om elkaar los te laten en dat is gebeurd. Zo had hij het aan het begin ook gezegd dat het zou gaan. Ook dat had hij goed gezien.


... omdat hij anders niet geloofd wordt!
Niet alle hulp is even goed. Mensen reageren altijd vanuit hun eigen denken. dat is niet zo raar, maar kan ook wel eens lastig zijn. Een oplossing kan op het eerste gezicht heel goed zijn, maar een goede uitwerking laat wel eens op zich wachten. Want oppervlakkig gezien is Goof geholpen met de tip een takel wagen in te huren. Alleen zouden er eventueel bijkomstige problemen om de hoek kunnen komen kijken. Zoals hieronder met Goof het geval is. Als je iemand een tip geeft, kijk dan gelijk ook even of het uitvoerbaar is.
Voor niks gaat de zon op ...
En ook weer onder. 

En dan ook nog gek kijken als het niet gewerkt heeft. Dan is het geheid je eigen schuld.

En weer op ... en weer onder... en ...
En zo zijn we weer 12 stroken van Goof verder en is er helemaal niets veranderd. Dus ik stop er voor nu weer even mee. Ik ga de volgende 12 stroken van Goof Wordt vervolgd in scannen en me weer voorbereiden op weer een blog over Goof, helemaal alleen onder die steen. Er komen nog meer vrienden om hem te helpen.



Groet en tot de volgende Goof,


Dirk 























donderdag 21 maart 2013

Goof 013 - 024


Twee stroken met figuren die zich tegen Goof aan bemoeien, maar hem niet helpen.

"De vrienden van Goof" Om alvast een beetje vooruit te lopen op wat Goof allemaal te wachten staat heb ik destijds twee stroken met 'vrienden' getekend. Een divers gezelschap waarvan er iedere dag wel een bij hem komt kijken. Niemand helpt hem echt, ook al willen de meesten dat heus wel. De adviezen komen alleen niet aan. Hoe goed bedoeld ook. Goof zal het toch echt zelf moeten doen. Zoals al een beetje te zien is, wordt de steen waaronder hij ligt ook gebruikt voor allerlei doeleinden waarvan de meeste een zinloos karakter hebben. Zoals de kreet 'Kilroy was here' De meest trieste is toch wel die kreet die 'Sorry!" zegt. Als je dan niks te zeggen hebt, zeg het dan ook niet. Of maak er een strip van.

Alle begin is moeilijk.
De vorige keer waren we gebleven bij de sportverslaggever die het vak nog moet leren. Jaren later zou ik zelf ook als verslaggever gaan werken. Uiteraard op free lance basis en mijn opdrachtgever was de redactie van een van de lokale kranten. Ik heb daar erg veel plezier aan beleefd. Ik vond het leuk om verslag te doen en ik kreeg er nog voor betaald ook. Niet veel, maar het was mooi mee genomen. 

Het moet wel reëel blijven
Een van mijn taken was het bijwonen van commissie vergaderingen bij de gemeente en daar verslag van doen. En dat probeerde ik ook te doen. Dat viel niet altijd mee, want er werd me toch een hoop onzin over tafel gesproeid. Niet te geloven. Ik had daar toen al gebruik van kunnen maken door mijn mening te geven. Maar daar werd ik niet voor ingehuurd. Ik moest verslag doen. Zo objectief mogelijk. Achteraf kreeg ik van verschillende kanten te horen dat ik daar juist om werd gewaardeerd en dat het zo jammer was dat ik ermee gestopt was. 
Deze spreekt voor zich
Maar na een jaar of wat dit gedaan te hebben, was ik er klaar mee. Het waren niet alleen verslagen over gemeentelijke vergaderingen, maar ik heb ook een heleboel geschreven advertenties gemaakt. Advertorials heten die dingen. Op een gegeven moment kun je ze zonder interview schrijven, want iedereen heeft namelijk altijd de meest up to date geoutilleerde werkplaats of ander werkplaats achtig atelier. Genoeg is genoeg.

Veel interviews zijn hetzelfde
Niet alleen de interviews zijn vaak hetzelfde, ook de verhalen die mensen vertellen lijken veel op elkaar. Neemt niet weg dat ik er met veel plezier veel tijd en aandacht aan besteed heb. Na een paar jaar kreeg ik steeds grotere opdrachten, zoals de gesponsorde bijlage schrijven als er weer ergens een evenement georganiseerd werd. Fruit bijlages en dergelijke en de grootste klus was wel de speciale uitgave ter gelegenheid van de honderd duizendste inwoner van Zoetermeer. Wat eind jaren 80 en begin jaren 90 de snelst groeiende gemeente van het land was. In het begin verdwaalde ik waar ik reed, want alles leek op elkaar. Totdat ik een wegenkaart van Zoetermeer kocht en me uitgelegd werd dat Zoetermeer opgedeeld was in wijken met een nummer. Nou ja, je begrijpt het al. Het kwam altijd weer goed. En een TomTom was er nog niet. 
Hendrik verschijnt ten tonele...

Dit personage laat eigenlijk zien wat voor een kritikaster er in mij schuilt. Al zal ik dat nooit hardop zeggen. Maar het is wel zo. Hendrik is de persoon die gewoon keihard zegt wat ik soms denk, maar niet zeg omdat ik beter weet. Het lijkt me toch echt wel leuk om zo'n rasechte chagrijn te spelen. Ik heb dat wel eens gedaan omdat dat bij een rol hoorde. En als je het met plezier doet, kom je er wel mee weg. Zo heb ik met een collega gewerkt die op een soortgelijke manier gasten ontving. Dan stonden we bij de deur als vriendelijke mannen vrolijke gasten te ontvangen en dan zei hij: "Zo, daar bent u. En wat komt u doen?" De toch wel enigszins verbaasde gast zei dan: Ik kom even kijken." "Mooi!, zei mijn collega dan: U hebt het gezien. Goedendag verder." En draaide zich dan om. Uiteraard speelde ik dan de vriendelijke gastheer en liet de toch wel verbouwereerde gasten binnen onder het uiten van duizenden verontschuldigingen. En dat werkte heel goed. Kijk Dirk zei hij dan later, als de mensen kunnen zien dat je er zelf ook schik in hebt, is het goed. En toen ik dat later eens uitprobeerde tijdens een solo klus, bleek dat hij gelijk had, maar het is toch niet mijn stijl. Ik doe het liever anders. Ik haal de gasten en dan speciaal de dames met veel egards binnen.

Hendrik heeft het echt niet altijd bij het juiste eind!

Het kan wel eens een opluchting zijn om een ongenuanceerde en ongefundeerde mening te hebben, maar dan moet je bang zijn op je gezicht te gaan. Het kan Hendrik niets schelen. Maar zelf vind ik dat geen optie. In mijn werk als entertainer probeerde ik altijd in de geest van het feest te spelen. In het geval van thema feesten was dat natuurlijk het bewuste thema. Waar ik erg veel plezier aan beleefd heb waren de zigeunerfeesten bij de A.van Dijkgroep. Ik was dan meestal de ceremoniemeester en praatte de avond aan elkaar, introduceerde de artiesten en tussen de bedrijven door ging ik de tafels met gasten langs om mezelf en de gasten te vermaken. ja, inderdaad, mijn collega had helemaal gelijk. Je kunt de grootste flauwekul verkopen als je er zelf ook maar in gelooft, of in ieder geval de mensen het idee geeft dat het waar is. Was niet zo moeilijk voor mij, want ik had er zelf vaak de grootste lol om.
De waarheid doet soms pijn

Het gebeurde nogal eens dat mij gevraagd werd wat ik kwam doen als ik ergens op een feest moest spelen. Ik zei dan meestal: "Zo min mogelijk." Uiteraard met een grote grijns op mijn gezicht en dan vooral als de opdrachtgever zich een hoedje schrok. Uiteraard maakte ik snel duidelijk dat ik er helemaal voor het feest was, maar dat een mens niet meer dan zijn uiterste best kan doen onder het motto, 'Meer is minder', wat over het algemeen in het engels gebracht wordt, want dan klinkt het beter. Denkt men. Ik legde dan luchtig uit dat ik inspeelde op de gasten en dat ik mijn best zou doen om er een leuke avond van te maken. Wat eigenlijk altijd wel gelukt is. Er zijn wel een paar miskleunen geweest, maar heel weinig. En ik kon daar niet eens altijd wat aan doen. het gebeurde wel eens dat ik ergens geboekt stond en dat ze eigenlijk beter helemaal niets hadden kunnen boeken, of je stond op een fusie feest, waarbij tweederde mocht blijven, alleen wist niemand wie daar bij hoorde. Dan is het slecht feest vieren, dat kan ik je verzekeren. De opdrachtgever voldeed dan aan de opmerking van Hendrik in bovenstaande strook. "Optimist!" Je hebt ze er bij.

Raar maar waar!
In de afgelopen jaren, waar ik heel veel last gehad heb van de vervelende situatie waarin ik verzeild was geraakt, heb ik meerdere keren ervaren dat juist de meest irritante mensen aardig worden als je ze beter leert kennen. Zo heb ik een verschrikkelijke hekel aan deurwaarders en incassobureau wezens. Ik vind het zo'n beetje het meest gedegenereerde werk dat je een mens kunt laten doen. Laat staan dat je dit werk uit je zelf gaat doen. En toch zijn ze er. En veel. Veel te veel. Hoe kwaad ik ook op die lui geweest ben, het zijn toch mensen en dat is soms een hele schok, want dat zijn het toch echt. Sommige zijn best wel aardig.
Opa Dadel blijkt een lastig kereltje met een goed hart.

En toen deed opa Dadel zijn intree in het geheel. Met andere woorden ik ben bijna twee jaar geleden opa geworden van een schitterende kleindochter en een maand of vier geleden is daar een wolk van een kleinzoon bij gekomen, dus opa kan zijn rijkdom en geluk niet op. In de strip staat opa Dadel voor een lastig oud ventje dat niet met zich laat sollen. Ik weet niet of ik dat ook kan. Mijn vriendin zegt wel eens: "Eens kijken wat Roos met jouw S5 doet." "Tijdelijk oplossen!" zeg ik dan. "Maar als het me niet bevalt schiet die S5 er gelijk weer in. In mijn blog De steen der wijzen De negende steen, leg ik uit hoe ik aan S5 ben gekomen en wat het betekent. S5 betekent 'stabiliteitsfactor 5'. In het kort komt het er op neer dat je dan als soldaat een gevaar voor je mede soldaten bent. Dus wordt je afgekeurd. Wat voor mij op dat moment een zegen was en dat is het nog steeds. Opa Dadel denkt vooruit en dat doe ik ook, niet altijd met succes, maar het helpt veel ellende voorkomen.

Opa Dadel is heel direct en duidelijk.

Op een iets andere manier zeg ik hetzelfde. Tijdens feesten zeg ik vaak tegen vrouwen: "Als er geen vrouwen zijn ga ik naar huis. Dan is er geen reet aan. Alleen maar kerels is vervelend, niks voor mij." Uiteraard zeg ik dat als een typetje dat ik dan speel. Butler of Neef Klaas, of als Nar of Timmerman. Dat zijn heerlijke rollen waar je dingen kunt zeggen die ik zelf beter niet kan zeggen. Al is die scheidslijn steeds dunner geworden. tegenwoordig maak ik van mijn harte geen moordkuil meer. Ik zeg gewoon wat ik zeggen wil of ik zeg niks. Maar ik heb er dan in beide gevallen geen last van.

Opa Dadel houdt mensen graag bezig, vooral vrouwen.
Dit soort uitspraken zou ik zelf nooit doen. Maar opa Dadel komt er mee weg. 

Het is ook nooit goed of het deugt niet...!

Entertainen is een vak op zich, want is het niet gewoon 'mensen bezig houden, zodat ze zich niet gaan vervelen en een leuke avond beleven en er vaak nog voor betalen ook?' Soms ben je als entertainer nog lastiger dan Opa Dadel, maar als je het goed doet wordt je weer terug gevraagd en wij zijn heel vaak weer terug gevraagd. Dan hebben mijn collega en ik het toch best wel goed gedaan dacht ik zo.

Hoe dit afloopt kun je in mijn volgende blog van Goof Wordt vervolgd lezen.
Ik doe mijn best het zo snel mogelijk te schrijven. De volgende 12 stroken zijn al gescand en kunnen zo geplaatst worden.
Groet,

Dirk Jan van Harten











donderdag 14 maart 2013

Goof 001 - 012


In deze serie blogs wil ik mijn poging een krantenstrip te maken delen. Het is destijds geen succes geworden en dat vond ik vroeger heel vervelend, maar ik begreep het wel. Inmiddels 30 jaar later is mij veel duidelijk geworden van het hoe en waarom van deze strip. Goof is een gewone jongeman, die net als ik destijds met de beste bedoelingen de wereld wilde veroveren. Zelf wilde ik heel graag iets maken waarmee ik royalties zou kunnen realiseren. Rijk worden zou leuk geweest zijn en beroemd zijn ook, maar gewoon een leuke boterham verdienen zou al mooi geweest zijn.

De titel was Goof, wordt vervolgd. Die titel werd onmogelijk omdat snel na mijn idee het TV programma Wordt vervolgd het levenslicht zag. Een leuk programma over strips en tekenfilms. Vooral Droopy vond ik leuk. Aan een strip begin je gewoon, liefst met een idee en dat kwam al snel. Niet echt een handig idee om je hoofdpersoon onder een groot blok steen te leggen. Jaren later begreep ik pas dat  mijn strip personage symbool stond voor mij zelf.  Daar schrijf ik over in mijn serie blogs  De Steen der Wijzen Ik ben het dus zelf, alleen wist ik dat toen nog niet. Om het voor een krant aantrekkelijker te maken mijn strip te kopen, dacht ik dat het handig was dat ik een jaargang strips klaar zou hebben. Zodat continuïteit gewaarborgd was. Ik heb 201 stroken geschreven en getekend. Hier en daar een beetje stroef misschien, maar zelf heb ik er veel plezier aan beleefd. Maar ja, mijn gevoel voor humor is misschien wat minder toegankelijk dan ik gewenst zou hebben. Maar goed, ik schrijf er nu een verhaal bij. Over hoe het gekomen is en wat ik er bij zie en zag. Er komt van alles voorbij. Ik schrijf er bij wat ik er mee bedoel en hoe het mij later vergaan is. En daaruit blijkt ook uit mijn strips dat ik toen al bezig was met nu. Onbewust, dat wel, maar het speelde al wel. Dat blijkt ook uit de vele tekeningen die ik van vroeger tot nu getekend heb. Ook dat is in De Steen der Wijzen te zien en te lezen.

'Ik mis hier iets !?!' zegt Goof in de eerste tekening. Hij heeft geen idee, blijkt uit de tweede tekening. Maar dan op plaatje 3 weet hij het. En op plaatje 4 wordt pijnlijk duidelijk dat je uit moet kijken met wat je wenst. Laat dit een les zijn voor de stille wensen die je hebt, want er komt een tijd dat al je wensen uitkomen.
Strook 2 spreekt voor zich. Wat voelde ik me destijds onbegrepen en gekweld. Ik bedoelde het toch zo goed, waarom lukte er dan zo weinig? Misschien met betere ideeën komen? Dat wel natuurlijk. Maar ik spiegelde me in die tijd ook aan tekenaars die er ook jaren over deden voor hun strips verkocht en geplaatst werden. Daar zijn beroemde voorbeelden van. Garfield is zo'n voorbeeld. De tekenaar Jim Davies heeft er 8 jaar over gedaan voor hij iemand wist te interesseren voor zijn strip. Of je Garfield leuk vindt of niet, het is een wereld wijd succes geworden. De tekenaar van Batman of Superman is ook niet zomaar in de prijzen gevallen. De man die hem afgewezen heeft, heeft daar nog steeds spijt van. Als hij nog leeft, want dit zijn oude strips. Dus ik verkeerde in goed gezelschap. Mij zou het ook lukken. Gewoon even volhouden. In jezelf geloven en doorwerken. Dat heb ik ook gedaan, al ben ik op een gegeven moment wel gestopt met de strips tekenen. Ik werd vader van een zoon en een dochter, dus er moest brood op de plank komen. En aangezien ik gek was op schrijven ben ik voor kranten en reclame gaan schrijven. Op bescheiden niveau, dat wel, maar ik was wel bezig en geloofde nog steeds in het welslagen van mijn missie. Maar ook dit liep anders, zoals alles in mijn leven anders zou verlopen dan ik gedacht had. Achteraf gezien ook veel beter. Maar dat is makkelijk praten als alle ellende achter je ligt. Het was leerzaam en ook leuk om te doen. Het combineren van mijn teken kwaliteiten en mij schrijfvaardigheden hebben me best wel leuke opdrachten opgeleverd. Ik zeg wel eens als het zo ter sprake komt: Onze lieve Heer heeft me vele talenten gegeven, behalve een. En dat is het talent er genoeg geld mee te verdienen. Het vermogen om rijk te worden is mij tot nu toe niet gegeven. Daarentegen heb ik wel het talent om er geestelijk Rijk van te worden. Dat is per slot de enige rijkdom die niemand je af kan nemen, want het is verkregen door je eigen ervaringen te leven. Dus toen ik op plaatje 3 zei, "Alleen ik, Goof Jansen, moet zonodig die verrekte rotsteen missen.", ik me er niet van bewust was dat ik onbewust voor een zwaar leven gekozen heb. Laat ik het zo zeggen. Ik wist al wel dat het me niet allemaal even gemakkelijk af zou gaan, maar dat het zo moeilijk zou worden wist ik toen ook niet. Want om me heen zag ik mensen met soortgelijke ideeën die ik had, wel succes hebben. Nu weet ik dat het goed was. Maar ik had toch graag een beetje meer erkenning willen hebben. Dat doet een mens goed. Dat merk ik nu weer met mijn blogs onder de verzamelnaam De Steen der Wijzen  Nu krijg ik waardering van de mensen die de blogs lezen. En ik ga in die blogs een stuk dieper dan met deze serie blogs.
 Wat ook leuk is, nou ja leuk, is dat er heel verschillend over anderen en de situaties waarin ze terecht komen gedacht wordt. In strook 3 is duidelijk dat mijn gemoedstoestand niet echt uitblonk van zelfvertrouwen en dat er op de koop toe ook weinig tot geen begrip was voor mijn situatie. Die recordpoging, waarvan men dacht dat hij mee bezig was, was dus de algemene opvatting dat hij bezig was op te vallen. Dat zou ik dus gewild hebben. Opvallen. Nou nee dus, het enige dat ik wilde was een beetje erkenning en een belegde boterham. Meer niet.
Strook 4 geeft aan dat ik geprobeerd heb om de situatie te veranderen, maar het is me niet gelukt.


Eenzaam en alleen en dan krijg je nog alle ellende en gezeik over je heen ook. Tja mensen, als je in die sfeer zit, dan rest er weinig anders dan je best doen de situatie te veranderen en als dat niet lukt de tijd uit te zitten. Dat heb ik inmiddels gedaan, zodat ik er nu ook over kan schrijven. Het moet er toch uit en ik vind het leuk om te doen. Het doet immers al lang geen pijn meer. het idee er geld mee te verdienen heb ik niet meer en beroemd worden staat ook niet meer op mijn verlanglijstje. Ik heb het werk nog en ik wil er iets mee doen en dat doe ik nu dus.

 Goof kreeg veel bezoekers. Het lijkt nu alsof er niemand met mijn lot, lees het lot van Goof, begaan was, maar dat is natuurlijk niet waar. Ik heb altijd een heleboel mensen om mij heen gehad die het goed bedoelden. Maar als je zelf vaak niet weet wat er aan de hand is, dan is het helemaal moeilijk uit te leggen waar je mee bezig bent. Die situatie wordt er niet beter op als je wel een idee hebt wat er aan de hand is. Maar dat komt pas later.


De adviezen komen zowel gevraagd als ongevraagd. Maar wat voor een ander geldt, hoeft nog niet voor Goof te werken, dus ook niet voor mij.

Belangstelling en aandacht was er wel, maar communicatie is een apart ding. Daar moet je wel toe in staat zijn. En waar twee werelden bij elkaar komen, daar moet je wel leren luisteren en leren te begrijpen wat er in die beide werelden belangrijk is. Zelf heb ik er lang over gedaan voor ik er achter was dat ik me op deze planeet niet thuis voel. Ik weet het, het klinkt als een zwak excuus, maar het voelt voor mij wel zo. Wil je daar meer over weten lees dan De Steen der Wijzen Hier probeer ik zo veel mogelijk te focussen op de strip Goof in relatie tot mijzelf en wat ik meegemaakt heb vanaf het moment dat ik Goof ben gaan schrijven en tekenen.
Het is me wel eens verweten, meer dan eens mag ik wel zeggen, dat ik nooit om hulp vraag. En in mijn jonge jaren was dat zeker waar. Enerzijds durfde ik dat niet en verschool ik me achter het feit dat ik best hulp wilde vragen, maar dan aan iemand waarvan ik zeker wist dat die mij zou kunnen helpen. En anderzijds wist ik ook niet wat ik vragen moest en ook niet hoe. Eigenwijs wordt dat ook wel genoemd. En ja, als je niet om hulp vraagt, dan wordt je ook niet geholpen. Niet merkbaar, want er is altijd wel iemand die op de een of andere manier wat voor je doet. Dat geldt voor iedereen.
En ook deze situatie wist ik niet uit te buiten. Dat was ook een van de problemen waar ik als illustrator tegen aan liep. Mijn werk werd wel goed gevonden, alleen wist ik niet hoe dat te benutten. De vervolgopdrachten kwamen maar moeizaam los. Dat lag helemaal aan mij, want ik was niet goed in netwerken. dat moet je kunnen en het moet je liggen en dat was een les die ik maar met moeite geleerd heb en dat heb ik pas echt voor elkaar gekregen toen ik als acteur animator in het entertainment terecht kwam. Maar dat zou nog wel even duren.
Reclame en marketing was toch wel iets wat ik destijds interessant vond en waar ik probeerde mijn weg te vinden. Op bescheiden schaal is dat ook wel gelukt, maar groot werk is er nooit uit gekomen.

Het was gewoon mijn tijd niet. Op de een of andere manier was ik te vroeg of misschien wel te laat. Maar ik bleef wel bezig. Bleef geloven dat mijn tijd wel zou komen. Die komt ook wel, maar meestal anders dan gedacht.
Tot ziens bij een van mijn volgende blogs, hetzij over Goof of in de serie De steen der wijzen

groet Dirk Jan van Harten